Vraag
Verwijst de hadith over het valselijk claimen van afstamming naar groot ongeloof (kufr) dat iemand buiten de islam plaatst?
Antwoord
In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Allah zegt:
“Noem hen bij (de namen van) hun vaders; dat is rechtvaardiger in de ogen van Allah.”
[Koran, 33:5]
Volgens een overlevering van Abu Dharr (moge Allah tevreden met hem zijn), hoorde hij de Profeet ﷺ (vrede en zegeningen met hem) zeggen:
“Er is geen man die zich bewust toeschrijft aan iemand anders dan zijn vader, of hij heeft een daad van ongeloof begaan. En wie beweert tot een volk te behoren terwijl hij er niet toe behoort, laat hem zijn plaats nemen in het Hellevuur.”
[Bukhari; Muslim]
Het is volgens consensus van de geleerden verplicht dat een persoon wordt toegeschreven aan zijn vader.
De geleerden leggen echter uit dat de term kufr in deze hadith op twee manieren kan worden geïnterpreteerd.
“De eerste interpretatie geldt voor iemand die deze daad als toegestaan beschouwt. De tweede interpretatie is dat het hier gaat om ondankbaarheid voor zegeningen en vriendelijkheid, evenals het schenden van de rechten van Allah, de Verhevene, en de rechten van zijn vader. De bedoelde betekenis is dus niet het ongeloof dat iemand buiten de islam plaatst. Dit is vergelijkbaar met wanneer de Profeet (vrede zij met hem) sprak over ‘ongeloof’ bij vrouwen, en dit uitlegde als ondankbaarheid voor vriendelijkheid en ondankbaarheid tegenover hun echtgenoten.”
[Nawawi, Sharh Sahih Muslim]
Kortom: het valselijk claimen van afstamming is een ernstige zonde, maar maakt iemand niet tot ongelovige, tenzij diegene de verplichting van waarheidsgetrouwe afstamming ontkent terwijl hij weet dat de islam dit voorschrijft.
En Allah weet het best.
Beantwoord door Shaykh Irshaad Sedick
Vertaling van een Q&A van SeekersGuidance